dinsdag 17 september 2013

Hoe een klein ding groot kan zijn, heel groot

 
"Until my ghastly tale is told, this heart within me burns"


Ik, ik met die milieuvriendelijke instelling, vegetariër, baasje van een blinde poedel, een blinde huistijger en een afgedankte Spaanse galgo, ik heb soms in een winkel geen tas bij me. Ik, ik die zo dol is op Moeder Aarde, de natuur, groen gras, grote bomen en klaterend water, moet soms 'ja' zeggen als me wordt gevraagd of ik een tasje bij mijn aankopen wil.

Het prachtig gemaakte, maar dieptrieste filmpje over de vogels met plastic gevulde magen hierboven was een druppel. We hebben allemaal die druppel nodig. Bij mij was de emmer al vol, dus ging hij overlopen. Voor een ander vult die druppel de emmer tot halfvol, waardoor ze een beetje gaan nadenken. Voor de meerderheid is dit een eerste druppel die klaterend op de bodem van hun lege emmertje zal landen, maar dan nog: het is een druppel.

Onwil, onwetendheid, gemakzucht, wreedheid, wat is voor jou de reden dat je dieronvriendelijk en/of milieuvervuilend bezig bent? Ik maakte me schuldig aan gemakzucht. Ik wist van het plastic eiland, ik wil geen plastic tasjes hebben, maar ik zorg er niet voor dat ik een tas bij me heb. Of ik koop zoveel boeken in de boekwinkel dat ik een extra tas nodig heb. Nu ik zo'n onwijs coole tas heb, heb ik ook echt geen excuus meer. Vanaf vandaag heb ik altijd die tas bij me en gaan mijn aankopen daar in. Ik zeg nee tegen plastic tasjes en als er al vanzelf wordt ingepakt in een plastic tas, laat ik het er weer uithalen. Nee, dank u, ik hoef geen plastic tasje.



Het geweldig mooie en stomvervelende Droomboek wordt massaal in de winkels opgehaald en iedereen wil er een tasje bij. Ze zeggen: "Oh, ik heb niks bij me", "Het regent een beetje buiten", "Mag ik een tasje?". Duizenden extra tasjes over de toonbank, bij een gratis boek. Best stomvervelend. Maar net zo vervelend als een plastic tas bij een krantje. Hoort zo'n krant niet opgevouwen onder de arm gestoken te worden? Kan die Libelle niet in die enorme handtas? Werkelijk, een plastic tas bij een boekenbon? Het sneue is dat ik nooit zo'n tas hergebruikt zie worden. Het sneue is dat IK zo'n tas ook niet hergebruik voor mijn boeken, want ze liggen thuis. En daar worden ze niet zomaar weggegooid, ze worden braaf hergebruikt en als de voorraad te groot wordt, breng ik mijn eigen plastic berg naar de kringloopwinkel op de hoek, want die zijn erg blij met tassen. Plastic flesjes met drinken had ik al afgezworen en ik heb nog nooit in mijn hele leven afval op de grond gegooid. Ben ik dan klaar? Ik denk het niet, ik kan nog veel meer doen. Wat kun jij doen? Koop bij Lush, of bij Bodyshop. Koop een afvalgrijper en ga er af en toe een rondje mee door de wijk. Alhoewel, die dorpsgek ben ik nog niet. Of... ben je dan een dorpsgek? Waarom eigenlijk? Waarom voel ik me een mafkees als ik een rondje om de Floresvijver ga met een vuilniszak (oeps, plastic)? Hoe komt het eigenlijk dat je raar bent als je NIET vervuilend bezig bent? Hoort dat niet heel andersom te zijn? Hoort die vervuiler niet een ontzettend rare knakker te zijn?

Confusing as hell, zo'n druppel die de emmer doet overlopen. Plastic tasjes in de winkel, het is zo klein, maar het is eigenlijk juist heel groot. 34 keer Nederland, om precies te zijn.









zaterdag 14 september 2013

Angstig en onzeker wacht ik af



Het is zaterdag, vroeg in de middag. Ik zit voorzichtig wat bij te lezen achter mijn computer. Een volle kan groene thee staat voor me. Ik let op mijn houding en houd zorgvuldig de spanning in mijn nek in de gaten. Ik wrijf over mijn wenkbrauwen. Ontspan, ontspan …

Donderdagochtend kwam hij weer langs. Altijd eerst in mijn rechterooghoek, een symptoom dat ik direct herken en waar mijn hart een slag van overslaat. Het beste is om direct een pil te slikken, zodat hij weer weggevreten wordt, maar ik heb het niet altijd goed door en soms wil ik het niet door hebben. Want van zo’n pil ga ik een paar uur in coma en voel ik me ook naar. Als ik het niet doe, groeit het gevoel in mijn ooghoek naar mijn jukbeen, mijn tandvlees, mijn nek, mijn schedel. Het groeit van gevoel naar pijn en van pijn naar messteken en bliksemschichten. Kon ik maar even alleen met links denken en doen, want links doet niet mee. Langzaam word ik misselijk, ik voel me ziek, de vreselijk pijn is gearriveerd. Mijn hoofd is een zieke bol van steken en bonkende donder. 

Vier uur later ontwaak ik uit mijn zelfgekozen coma en ga ik vertwijfeld rechtop zitten. Hmm, ik voel hem nog. Mijn lijf verstijft van angst. Wat nu als ik hem helemaal niet wegkrijg? In overleg met mijn vriend nog maar een pil.

Vrijdagnacht schud ik mijn vriend zachtjes wakker. Hij weet direct waarom en kreunt van meevoelende ellende. “Echt? Alweer? Nee toch?!” Ik voel me begrepen, maar heb ook een hekel aan wat ik hem moet vragen te doen. Ik heb hem al klaarliggen, uit het doosje, dop eraf. Ik geef hem aan en ga achterover liggen, mijn benen ontspannen, al is dat erg moeilijk. Hij vraagt: “Hier?” en ik mompel dat het iets hoger moet. Ik fluister bangig dat ik niet wil, maar het moet en mijn vriend weet dat hij geen betere toestemming van mij zal krijgen. Hij pakt door, drukt op de knop en BENG!, daar schiet de naald mijn been in. Auw, weer niet de perfecte plek, of bestaat die misschien niet? Ik kan toch niet overal zenuwen hebben lopen. Een tweede, zachtere tik geeft aan dat de spuit leeg is. De pijnlijke naald wordt uit mijn been getrokken en ik probeer te ontspannen. De natte doek gaat weer over mijn hyperactieve ogen en ik probeer de kriebels te voelen, die de spuit altijd brengt. Vroeger vond ik ze eng, die ‘muisjes’, maar nu nodig ik ze uit, ik wil ze snel, veel en krachtig. Ze vreten het ding op en ik kan niet wachten tot ze er zijn. Ze komen, maar ze zijn niet met veel en ze bewegen aarzelend. Toch trekt het weg. Ik zucht van verlichting en opluchting en stil geluk en geef me over aan een zalige slaap. Nu even niet meer, nu ben ik even veilig. Ik kan huilen van geluk als de bliksems wegtrekken en ik mijn hoofd in het kussen kan laten zakken. Ik zou huilen, als huilen niet zo’n pijn deed aan mijn hoofd.

Het is zaterdag, mijn voorraad pillen en spuiten is op. Het is weg, maar het sluimert op de achtergrond. Ik voel hem azen op mijn zenuwen, zo dol als hij is op het sturen van pijnscheuten door mijn schedel. Ik vlieg er recht van overeind als dat gebeurt, niet in staat een kreun van pijn te onderdrukken. Ik doe voorzichtig, drink veel en probeer me niet in te spannen. Lezen gaat niet, oh horror. Mijn ogen moeten rustig blijven, mijn nek ontspannen, mijn gemoed kalm en de sfeer luchtig. TV kijken is niet zo handig volgens mij, maar niks doen ook niet. Een beetje proberen te werken lijkt me goed, maar ik let goed op te snelle gedachten, want die horen er ook bij. Ik probeer langzaam te denken, maar ik doe het zo krampachtig, dat het me bijna tegen werkt. Ik draai mijn nek, en dwing mijn schouders om te zakken, ik heb ze hoog opgetrokken, bijna tegen mijn oren aan. Ik probeer mijn rechteroog te ontspannen, maar hoe ontspan je een oog?

Ik noem het ‘mijn’, alsof het bij mijn familie hoort. Het is al twintig jaar onafgebroken onderdeel van mijn leven, maar niet op mijn uitnodiging. Te pas en te onpas komt hij langs, en dwingt hij me terug te trekken, af te zeggen en plat te gaan. In de was de hele voorraad washandjes, die als natte doeken op mijn hoofd gebruikt zijn. In de kamer een lege emmer, voor de zekerheid. Lege verpakkingen van medicijnen. Deken op de bank.

Mijn migraine

Zou hij weg zijn nu?

Angstig en onzeker wacht ik af.

woensdag 31 juli 2013

Vissertjelief aan de Floresvijver



Vissertjelief aan de Floresvijver, klein zitmeneertje, je bent iets vergeten. Kijk hier, hier ligt je lege blikje bier. Je hebt er net de afvalbak niet mee gered, die staat vijftig meter verder. Volgens mij kun je niet zo goed mikken, maar je oefent tenminste wel goed. Al elf blikjes op de grond. 

Ik kan er niet zo goed langs, over de stoep, langs je fiets en kar en hengels en bakken en grut. Je bent een beetje diagonaal geparkeerd. Geeft niet hoor, ik woon hier maar en loop hier maar elke dag eventjes. Jij moet hier de hele dag zitten. Zitten en wachten. In de weg.

Wat voer je de visjes goed. Met kattenvoer in blik, lekkere vleesblokjes in saus. Oh, maar, sorry hoor, mijn poedeltje nam er een hapje van, ik zag het niet liggen, op de grond, op het pad. Dat pad waar ik elke dag loop. Het was niet mijn voer, dus sorry hoor, het spijt me. Mijn hondje zal er jeuk van krijgen, eigen schuld, dikke bult, vind je ook niet?

Mais lust mijn hondje gelukkig niet, want dat voer je de vissen ook. Uit een blikje alweer. En die pruts je open met een schaar. Ik kan het zien, want het ligt hier. Een blikje vol mais, met een open geprutst gaatje erin. Het staat een beetje slordig. Ik gooi het weg. In de afvalbak. Want die is vlakbij. En een goede schaar kan ik altijd wel gebruiken. Handig.Kan ik zo mooi een pleister mee afknippen, dat blikje was toch wel wat scherp, auw ...

Je trekt een vis uit zijn vijver, uit het groene water van de Floresvijver. Een mooie stadsvijver, zo van beton en plastic. Geen waterplanten, maar plastic accessoires. Ik begrijp het niet helemaal, misschien is het iets moderns? Maar jij hebt je vis. Je trekt hem op het droge, moet je tang zoeken. Je wordt een beetje nerveus, zie ik. Waar is je tang? De vis flapt met zijn staart. Je meet snel hoe groot de vis is. Is hij erg groot? Groter dan die van de buurman? Ah, gelukkig, je hebt je tang gevonden. De staart van de vis flapt niet meer. Snel die haak eruit prutsen. Ha, alweer prutsen, grappig.

En dan de vis weer in het water. Het wordt al laat, misschien moet je eens naar huis. Al je bier is op. Je pakt wel snel en netjes je spullen in. Wat goed. Alweer kun je de afvalbak niet vinden. Wat gek, want daar staat hij toch? Vlakbij. Ik zie hem vanaf hier. Je vindt een andere betonnen bak voor je afval. Volgens mij is dat de vijver, maar misschien weet jij het wel beter.

Heeft je mama niet gezegd dat je moest gaan plassen voordat je uit huis ging? Nou, denk het niet. Of nou ja, zal ook wel dat bier zijn, he. Dat je nu voor de vierde keer je rits opentrekt en tegen de struikjes aan plast. Wel gek, want ik sta hier en daar loopt een klein meisje met haar moeder. Nou ja, echt veel zien we niet, he. Haha, misschien moet je dat eens meten. En dan die van de buurman ook!

Toch netjes van je dat je je kont hebt afgeveegd nadat je in de bosjes hebt zitten kakken. Je bent netjes opgevoed. Ik moet er wel even aan denken deze zomer op de stoep te blijven lopen. Straks heb ik poep aan mijn schoen!

Dag vismeneertje, tot morgen. Misschien moet je morgen maar een ander visje vangen, want deze doet het niet meer. Zie? Daar drijft hij. Ondersteboven.

dinsdag 5 maart 2013

Wat kun je dan wél doen?

Ja, het is een dikke ellende op de aarde en er is veel dierenleed en nee, ik ben nog niet over het beruchte fotootje heen. Maar ik hou niet van negativiteit en blijven hangen in zeuren en zaniken, dus na mijn vorige tip (doneer aan Brooke Hospital for Animals ten behoeve van werkpaarden en -ezels), hier een tip die helemaal geen geld kost. Nou ja, niet echt. Het hangt een beetje samen met de prachtige lentedag vandaag, het heerlijke zonnetje en het nieuwe seizoen.

Kittens! Kittens komen er weer aan, zijn al geboren, worden nog geboren, worden zelf aan het eind van het jaar alweer zwanger, waarachtige tienermoedertjes, duizenden. De buren hebben ze, de boerderijen hebben ze, de dierenasiels heeft ze, Marktplaats heeft ze, het lijkt wel, het lijkt wel ...

... een overschot!

Ja, het is toch ook een overschot. "If it walks like a duck, swims like a duck and quacks like a duck, it's probably a duck." Duizenden dieren die in een seizoen worden geboren, dierenasiels vol met nesten, wie kan nou nog niet door hebben dat er best wel veel te veel kittens zijn elk jaar ...

... nou, iedereen!

Nog steeds zijn er mensen die het lollig en leuk vinden een nestje op aarde te zetten. Oh, wacht, nee, dat mag hun jongvolwassen poes doen, want die wil dat zo graag (pardon?). En het is gezond (pardon?). En het is vreselijk leuk (mwoah). Dit zijn de 'pretnestjes'.

Dan zijn er nog de oepsnestjes. Ja, want het is absoluut niet te verwachten dat je krolse poes buiten zomaar ineens zwanger raakt. Hoe kan dat toch?

Een verantwoord nest kittens fokken (want dat doe je, ook als het een pret- of oepsnest betreft) begint bij de keuze van de ouderdieren. Heb jij een kat waarvan je eigenlijk de achtergrond niet weet, een kat die een kwaal heeft, een kat die te jong is of te oud, dan heb je niet het juiste materiaal om een nest mee te fokken. Doe maar niet dus. Een papa erbij zoeken is dan evenveel verantwoordelijkheid. Beslissen je poes een nest te laten krijgen en haar dan maar op straat te schoppen, want dat is wel makkelijk, is echt oerdom. Want dan heb je helemaal niet in handen wie de andere helft van het ouderpaar wordt.

Heb je wel eens gehoord van seksueel overdraagbare aandoeningen (jaja, SOA's) bij dieren? Nou, ze zijn er! En je ongeholpen poes of kater kan dat buiten erg makkelijk oplopen. Lees op de site van Dierenkliniek Wilhelminapark een heldere en duidelijke uiteenzetting van FeLV, FIV (oftewel kattenaids) en FIP. Elk jaar komen er ontzettend zieke kittens het asiel binnen, kittens die geen schijn van kans maken en geeuthanaseerd moeten worden, na een heel kort rotleven te hebben gehad.

En dan de zwangere poes, de bevalling, de zorg voor de jonge kittens. Dat gaat allemaal niet vanzelf. Kun jij je kat helpen bij de bevalling? Heb je geld voor een keizersnede? Voor eventuele couveuzezorg voor een kitten dat niet goed op gang komt. Voor extra voeding voor de moederpoes en aanmaakmelk voor de kleintjes, als de melkgift bij mams niet op gang komt? Heb je de tijd en de gelegenheid om er dan ook elke paar uur voor je bed uit te klimmen? Nee? Niet doen dus. De natuur is mooi, maar het gaat niet altijd vanzelf, zeker niet als moederpoes te jong is, onhandig is, een eerste nest gaat werpen, er iets mis is ...

Heb je geld om de kittens te ontwormen, ontvlooien, enten en chippen? Nee? Niet doen dus.

Denk je dat je alle kittens makkelijk kwijt raakt in een tijd van duizenden kleine wollige concurrentjes? Hmmmwoah, kan wel eens moeilijk worden. Ben je ze beu na de broodnodige (liefst langer) 8 weken? Ja, dat kan, het zit er dik in dat je vier kleine tirannetjes, dondersteentjes in huis hebt, die alles gaan proberen te beklimmen. Haha, lachen! Niet? Oh, niet doen dan!

Vind je het wel een goed alternatief om de overgebleven kittens naar het asiel te brengen? Met de vraag wat het asiel daarvoor betaalt? Grapjas ... Niet doen dus!

Oh, ik zou niet in negativiteit blijven hangen, want daar hield ik niet van. Even ombuigen dan. Wat kun je doen als verantwoorde kattenbaas? Laat je kat helpen, poes of kater. Laat je nieuwe kitten op tijd helpen en zorg dat hij/zij niet buiten loopt voor die tijd. Wat doet een kleutertje sowieso alleen buiten, arm ding. Zeg je buren dat ze hun kat moeten helpen. Laat de zwerfkaters in de buurt oppakken en naar het asiel brengen. Daar worden ze geholpen en kunnen ze aan een beter en luier leven beginnen. Koop geen kitten op Marktplaats, haal een APK-gekeurd kitten in een goed dierenasiel. Je krijgt er nog net geen stamboom en nummerplaat bij.

Vertel je ouders, buren, nichten, ooms, vriendjes, vriendinnetjes, leerlingen en klasgenoten dat ze hun kat moeten laten helpen. Vertel ze dat het asiel elke lente weer kittens heeft. Dat doen dus! Al het andere is belachelijk, van de pot gerukt en gewoon ontzettend stom. Ach, ging ik weer ...

En lees dit: http://www.leukeennestje.nl/

woensdag 27 februari 2013

En nu vooruit!

Hartverwarmende en -versterkende reacties kreeg ik op mijn treurende blog van zondag. Tot aan de meest geweldige en grappige opmerking van mijn eigen mams: "Het was zo goed geschreven, dat ik niet kon geloven dat ie van jou was". Bedankt mams, ik weet wel wat je bedoelt...:-D

Allemaal reacties uit de al dierenbeschermende kring, van mensen die, net als ik, precies weten wat er aan de hand is in de wereld. Geen reacties van mensen die het eigenlijk maar onzin vinden of vinden dat ik overdrijf. Geen geschokte reacties van mensen die roepen dat ze helemaal niet wisten dat het zo erg was. Hebben zij dan weer hun kop in het zand gestoken? 'Nee, dit interesseert me niet', 'Oei, dit is akelig, dat lees ik niet', 'Hmm, ver-van-mijn-bedshow'? Ik ben juist wel ontzettend benieuwd naar reacties van mensen die NIET weten dat dit gebeurt, zich niet realiseren dat het af en toe heel erg ernstig en akelig is. Wat vinden zij daarvan? Wat vinden jullie daarvan? Wat doet zoiets met die mensen?

In mijn blog noem ik een aantal voorbeelden van dierenleed, maar mijn opsomming is nog maar een minipuntje van de ijsberg. Na de publicatie ervan schoten me allerlei onderwerpen binnen die ik niet genoemd had.

Het enorm zware leven van werkpaarden en -ezels in landen als Egypte, Pakistan en India bijvoorbeeld. De eigenaren van die dieren zijn afhankelijk van hun werkdieren en wensen ze geen verwondingen of ziektes toe. Ze gaan wel uit onwetendheid niet altijd goed om met hun dieren en kunnen vaak geen goed voer en medische verzorging bieden. Het is echter wel in hun belang om de dieren gezond en sterk te houden. Brooke Hospital for Animals is een organisatie die gratis medische zorg biedt aan dit soort werkdieren en voorlichting geeft aan eigenaren, zodat ze hun dieren beter kunnen verzorgen in de toekomst.

In deze situaties heeft het geen zin om te gaan roepen dat al die dieren gered moeten worden, want waar zouden ze heen moeten? Naar Nederland, waar al een paardenoverschot is, zodat hobbypaarden en -ponies aan de slachthuizen verkocht worden? En bovendien, de mensen die met deze dieren werken, zouden dan snel vervanging halen. Brooke Hospital raakt deze mensen niet in hun levensonderhoud en biedt op de enige mogelijke manier deze dieren verlichting en een beter leven. Wat zij doen, kan structurele vooruitgang betekenen.

Lees op www.brooke.nl wat de organisatie allemaal doet en vul dan meteen zo'n donateursformuliertje in. Voor maar 15,88 euro ben je al donateur!

Treuren is makkelijk, ontzet zijn is zo gedaan, grote ogen kan iedereen opzetten, iets doen, dat is dapper. Wat ga jij doen?

zondag 24 februari 2013

De hond in de pot vinden (blog voor zelfgenezing en therapie)

Ik ben een dierenliefhebber. Een grote. Ik vind alle diersoorten leuk. Ik ben geen kattenmens of een hondenmens. Ik ben een dierenmens. En een natuurmens. Niet in de zin van graag buiten zijn en in de kou en nattigheid kamperen, want dat kan niet de bedoeling zijn van vrije tijd. Maar wel van 'laat die natuur lekker zijn ding doen en blijf er af, laat wat over, het is niet allemaal van ons'. Ik ben vegetariër met veganistische trekjes en koop geen puppies en kittens, maar adopteer stokoude kneusjes uit een dierenasiel. Sinds ik volwassen ben heb ik altijd wel ergens en in enige mate vrijwilligerswerk gedaan voor en met dieren. In dierenasiels, pleegzorg voor stichtingen, vertaalwerk, PR-activiteiten. Ik doneer en word lid en maak mezelf bewust.

Vorige week scrollde ik door mijn timeline op Facebook. Een hartstoppende foto vloog voor mijn ogen langs. Ik scrollde van schrik een meter door, maar ik had het al gezien en kon het niet meer 'onzien'. Ik boog mijn hoofd, sloeg mijn handen voor mijn ogen en zoog een diepe teug lucht naar binnen. Ik weet hoe dit werkt voor mij. Ik kan mijn kop in het zand steken en doen of ik het niet gezien heb, gewoon lekker doorgaan en vergeten. Maar dat is eigenlijk het punt. Dat kan ik niet. Dit soort dingen gaan bij me spoken en dan ga ik me afvragen hoe het nu zit, waardoor het allemaal nog veel ellendiger wordt. Dus ik scroll terug, kijk en lees. En dan laat ik mijn tranen stromen en roep ik hoe oneerlijk en rot de wereld wel niet is.

Ik deel gruwelijke foto's van dierenmishandeling op Facebook niet. Ik mail geen petities rond en spoor vrienden niet aan om vegetariër te worden. Ik beantwoord vragen met overtuiging als die me gesteld worden, maar ik 'ronsel' niet. Het heeft geen zin, mensen worden er kribbig van, want je vertelt ze in feite dat ze akelige mensen zijn die dieren mishandelen. Daar volgt zelden een prettig gesprek op. Je kunt mensen hoogstens enorm laten schrikken, maar de meesten gooien je zonder pardon uit hun tijdlijn en doen datzelfde met een foto, verhaal of filmpje uit hun geheugen. Zij kunnen dat, heerlijk lijkt me dat.

Andersom heb ik geen zin in vragen en opmerkingen als 'miertjes zijn ook wel zielig als je op ze staat' en 'maar planten leven toch ook?'. Als puber stapte ik over mierensnelwegen heen en probeerde ik zo lang mogelijk te negeren dat een plant was overleden, want weggooien, dat was zielig! Ik was en ben een gevoelig wichke.

Ook als puber was ik lid van het WSPA of het WWF of het IFAW. Zij stuurden je als wervingspost een setje van zes foto's, die ik maanden (jaren?) met me mee heb gedragen. De eerste tijd liet ik ze aan iedereen zin en vertelde ik geschokt wat er met de dieren op de foto's was gebeurd. Ik denk dat mijn ronseltalent in die periode is gesneuveld. Het interesseert de meeste mensen helemaal niet. Helemaal niks. De gestroopte olifant (ivoor), de neergehamerde kat (eten in Azië), het konijn met de shampoo-ogen (dierproeven), het doodgeknuppelde zeehondenjong (bont), de andere twee ben ik vergeten, opmerkelijk genoeg. Dat kan ik dus toch, in een jaar of tien.

De foto die me nu zo vulde met ontzet toont waarschijnlijk een dagelijks tafereel in bepaalde gebieden in Azië. In Korea en China eten ze anderen dieren dan wij, waaronder hond. Dat ze die dan levend in een ketel met water kookten, wist ik niet. Ook niet dat het dan nog even duurt voordat ze sterven. Dat was wel duidelijk te zien aan het pupje dat met een witgeblakerde, kale huid en nog drie snorharen op zijn knalrode snoet de ketel uit probeerde te klimmen. Een verloren, wanhopige en zinloze blik op dat smoeltje. Een lotgenootje aan de andere kant van de ketel al verder heen, minder sterk.

Mijn brein probeert me te beschermen door nuchter te bedenken dat het een hoax kan zijn, net als bonsaikittens of een kat met een afgehakt hoofd. Misschien is het slechts een oude foto van een ooit gebeurde wandaad die om de paar jaar weer opnieuw gaat circuleren. Misschien gebeurt het niet zo vaak of zelfs helemaal niet meer.

Of het gebeurt met duizenden honden per dag. Ik weet het niet. Ik heb voorzichtig proberen te zoeken op internet naar kloppende informatie en cijfers, maar in de 'brute' dierenbeschermingskanalen wordt graag op het gevoel gespeeld en gejammerd in plaats van voorgelicht. Ik wil weten hoe het er NU voor staat en liefst ook wat er aan gedaan wordt lokaal en of ik iets kan doen. Ik heb een petitie getekend. Ik heb mijn naam ingevuld, om te zeggen dat ik dit niet leuk vond. Geen duimpje omhoog. De rest van de avond en de dagen daarop springt het beeld me af en toe voor ogen, en ik laat het komen omdat ik weet dat het de snelste manier is om het te 'verwerken'. Ik zie het, ik kijk, ik weet het. Ik wel.

Ik kijk naar Omar, mijn prachtige en vreselijke lieve en bijzondere hond. Spaans van origine, gedumpt van oorsprong. Godzijdank is hij slechts over het hek van het asiel gegooid, een van de diervriendelijkste dumpmethoden in Spanje. Omar heeft oren en staart mogen behouden, is niet opgehangen, neergeschoten, uitgehongerd, gebruikt als oefenhond in hondengevechten, hij is slechts een beetje schuw. Ik knuffel Japie, mijn stokoude, blinde poedeltje, op straat gezet als tienplusser. Ik prijs mezelf gelukkig met het gezelschap van mijn (helaas nog maar) drie oude kneuskatten uit het asiel. Het is zo klein. Zo weinig.

Naast kokende honden (en katten), vermoorde olifanten, neergeknuppelde zeehondjes, gepijnigde konijnen is er nog zoveel meer. Wie bedenkt iets als dierenporno? Er zijn bedrijven die je het mogelijk maken met een breed assortiment aan dieren (geschoren Orang Oetans) seks te hebben tegen betaling. Wie haalt het in zijn bolle hoofd om een bontrandje aan een capuchon van een jas mooi en stoer te vinden? Vroeger liepen alleen rijke vrouwen in een bontjas (en toen was het al lelijk). Anale elektrocutie, levend gevild worden.

Haaien, schildpadden, dolfijnen sterven in netten, maar dat moet ook wel, want we vissen de wateren toch leeg, dus ze hebben niks om te eten. Paarden worden voor de lol gefokt door hobbyisten die vervolgens niet van de veulens af kunnen komen. Best handig, want paardenvlees schijnt in trek te zijn. Scharrelkippen leven op een minimaal stukje donkere schuur, verliezen hun veren en hun kleur. Mensen kopen pups in dierenwinkels en bij broodfokkers en huilen krokodillentranen met egoïstische tuiten als het ding binnen een paar dagen overlijdt aan een enge ziekte en ze achterlaat met een dikke rekening. Mensen rennen achter stieren aan in smalle straatjes en bevechten ze in arena's, vals spelend in hun strakke maillots. Kokende kreeften zijn het lekkerst, stoere mannen jagen (met professionele hulp) op (uitgezette, halftamme en onhandige) leeuwen, heel Nederland zit straks weer aan de waterkant om visjes uit het water op te hijsen, te meten, de haak uit de bek te trekken en weer terug te plonzen. Zo spannend, neem nog een biertje.

Op de foto met een aapje in een rokje is grappig, een dansende beer is sensationeel, nee, we zien de gaten in zijn neus niet, nee, ik laat mijn kat niet steriliseren, want ik vind kittens zo leuk. Wel klote dat het asiel me niet betaalt voor die krengen, dat snap je toch niet?

En daar ga ik toch, ik word boos, ik vind het gemeen, ik vind het niet oké. Ik vind het ook dom, onmenselijk en intens kwaadaardig. Het kleine en het grote. Wie doet zoiets? Wie haalt zijn schouders op? Waarom moet dat allemaal? Waar is dat goed voor? Zijn wij als diersoort echt niet beter dan dit?

Kan iemand me vertellen dat het allemaal niet gebeurt, dat alles wat ik ooit heb gezien slechts een uitwas bleek en nooit meer voorkomt, dat de daders gevonden en gestraft zijn?

Kan iemand me vertellen dat het niet zo is?
 

dinsdag 25 mei 2010

Kwijt zijn

Een paar keer in de week ben ik mezelf kwijt. Dan verlies ik me in afspraken, werk, verplichtingen en sociaal gedrag dat niet het mijne is. Met een heleboel mindwork kan ik het loslaten en weer centreren. Ik ben Debbie, ik ben niet boekverkoper, vriendin van, dierliefhebber, boekenlezer. Dat doe ik en het vormt mij deels en het heeft invloed op mij, maar ik ben het niet. Ik ben Debbie.

Dik dertig jaar lang ben ik niet Debbie geweest. Ik ben product van mijn ouders geweest, dochter, zus, vriendin, werknemer, tennisspeler, judoka, merkwaardig persoon, kluizenaar. Dat deed ik toen. Maar wie was ik dan? Niet Debbie.

Halfvol dan: een paar keer in de week ben ik mezelf niet kwijt....